Donker maar niet duister, Awoiska in Foam

Gedurende tweeëneenhalve maand, tot en met 3 april , exposeert Awoiska van der Molen haar foto’s in het Amsterdamse Fotomuseum Foam. De tentoonstelling heeft de titel ‘Blanco’ gekregen, een titel die naar meerdere betekenissen kan verwijzen.

#346-18, 2013, van Awoiska van der Molen

#346-18, 2013

Blanco betekent ‘wit’ in het Spaans en dat contrasteert erg met de donkere prints van de Amsterdamse fotografe. Blanco betekent ook ‘niet ingevuld’ en dat lijkt beter bij het mysterieuze werk te passen. De betekenis is niet door haar ingevuld, het motief ligt er niet dik bovenop, een spannende compositie is niet het doel. Natuurlijk, het is er allemaal wel, maar het is niet wat het werk van Awoiska van der Molen bijzonder maakt. Dat is het raadselachtige van de donkere omgeving die ze laat zien; met een openheid naar de randen: het is een deel van een universum dat nog heel ver doorloopt. Wat er letterlijk is afgebeeld lijkt niet belangrijk, het gevoel dat je bij het bekijken van haar foto’s krijgt is dat des te meer. Het gebruik van nummers en een jaartal om de foto’s aan te duiden in plaats van titels die een betekenis in zich kunnen dragen (zoals een plaatsnaam, een jaargetijde, een zelfstandig naamwoord) sterkt mij in de gedachte dat Awoiska niet wil sturen bij het interpreteren van het beeld.

Als zij op haar best is dan wordt je in haar foto’s getrokken, je kunt ze ondergaan zonder ze te bestuderen, zonder na te denken. Ga bijvoorbeeld vlak voor #346-18, 2013 staan, staar naar het beeld en zweef er in weg. En als je dan toch naar een deel kijkt (zoals ik het in de foto hieronder rood omlijnd heb) dan zie je blaadjes, maar je kunt er evengoed opspattende golven met waterspetters in zien. Die transcendentie maakt het voor mij de moeite waard.

#346-18 met rood kader, zie tekst voor uitleg.

#346-18 met rood kader, zie tekst voor uitleg.

Ik interviewde Awoiska van der Molen in 2014 voor het blad FOTOgrafie. Je kunt het hier nalezen. Hierin staat ook de constatering uit de titel van dit bericht: dat haar werk wel heel donker, maar nooit duister wordt.

De foto’s van ‘Blanco’ zijn tussen 2009 en nu gemaakt. Awoiska’s werkwijze is dat ze voor langere tijd (eerder weken dan dagen) naar een verlaten gebied gaat en daar rondzwerft. Als ze er langer is en de dagelijkse beslommeringen van zich af heeft gezet dan lukt het (soms pas na dagen) om diep doorvoelde beelden te maken. Eerst deed ze dat ‘s nachts, de laatste tijd ook vaker overdag. Maar ze gebruikt nog wel steeds een heel donker palet.

Grafische kwaliteit

De foto’s waar tijd en plaats niet meer belangrijk zijn vind ik zelf het boeiendst. De eerder genoemde #346-18,2013 is mijn hoogtepunt. De eenvoudige zwarte piramidevorm met de twee witte lijnen #212-7, 2012 vind ik erg overtuigend (maar dan eerder vanwege de grafische kwaliteit), en het min of meer als tweeluik gepresenteerde duo #336-12, 2012 en #367-5, 2014 fascineert mij ook. Aan de recentere beelden waarin duidelijker een herkenbare omgeving naar voren komt moet ik nog wel wennen. Het voelt als een stapje terug maar misschien zal blijken dat het toch weer een stap vooruit is.

De beelden van Awoiska moet je in het echt bekijken om ze te kunnen doorgronden; een kleine afbeelding op internet doet er geen recht aan. Gelukkig kun je nog anderhalve maand in FOAM terecht.

#367-5, 2014 links en #336-12,2012 rechts. Te zien in Foam.

#367-5, 2014 links en #336-12,2012 rechts.

#212-7, 2012

#212-7, 2012