Sterk verhaal Simon Norfolk verdient betere presentatie

Simon Norfolk heeft een goed verhaal te vertellen in het Fotomuseum in Antwerpen. Tot 6 juni is daar werk te zien dat de Britse fotograaf maakte in Afghanistan. Norfolk koos ervoor in de voetsporen te treden van John Burke, een Ierse fotograaf die rond 1880 de “Tweede Engels-Afghaanse Oorlog” vastlegde.
Norfolk zoekt locaties die Burke ook fotografeerde, maar hij legt niet letterlijk exact dezelfde plek vast. Hij past wel eenzelfde benadering toe: hij fotografeert de bezettingsmacht, maar werkt niet alleen maar als “embedded” fotograaf. Hij werkt nadrukkelijk ook zonder toezicht en bescherming van de geallieerde strijdkrachten en komt daardoor op plaatsen waar zijn collega’s nooit zullen komen.
Norfolk bezocht niet alleen de plaatsen waar Burke fotografeerde, hij maakte ook groepsportretten op dezelfde manier, met dezelfde geregisseerde poses. Daardoor zijn er duidelijke overeenkomsten in de beelden van deze fotografen. Met als onderliggende kritiek: er is in 130 jaar tijd niets verandert.

De beelden in het fotomuseum kunnen niet zonder de ter plaatse vertoonde documentaire. Norfolk geeft daarin informatie die noodzakelijk is om zijn beelden op waarde te kunnen schatten. Zonder die uitleg blijven de foto’s – gemaakt op legerplaatsen rond en woonwijken in Kaboel – wonderlijke beelden van vreemde plekken. Maar met de uitleg die Norfolk in de documentaire geeft krijgen ze hun diepere betekenis.
De Britse fotograaf vertelt in de documentaire over de bases die rond Kaboel zijn ingericht: zo groot als een middelgrote Amerikaanse stad, helemaal zelfvoorzienend en met een eigen vliegveld dat drukker is dan het Britse Gatwick. Norfolk werd voor gek versleten omdat hij zeven weken met alleen een lokale gids door Kaboel trok. Hij sprak medewerkers van NGO’s die anderhalf jaar lang niet uit hun kampement kwamen omdat ze het te gevaarlijk vonden, maar die wel moesten oordelen over de situatie in Afghanistan. Hij verhaalt ook over betalingen die gedaan worden om transporten over land van Pakistan naar Kaboel te krijgen, geld dat direct ten goede komt aan de eigen vijand.
Wat is de les: in 1880 werd de eigen populariteit door de bezetter veel te hoog ingeschat en veel geld werd gespendeerd aan een kleine Afghaanse elite die achteraf minder steun van de bevolking genoot dan ze deed voorkomen. Die investeringen bleken zinloos toen de troepen zich terugtrokken. Volgens Norfolk gebeurt hetzelfde ook nu weer. Het is dit in woorden vertelde verhaal dat door de beelden pakkend wordt geïllustreerd.

Hier horen wel een paar kritische kanttekeningen bij. De beelden van Burke en Norfolk beslaan een klein deel van de expositieruimte en zijn ook nog eens ingebed in een breder opgezette tentoonstelling onder de titel Imaging History, waarin nog een aantal andere fotografen hun kijk geven op geschiedschrijving met fotografische beelden. Hierdoor verwatert de boodschap van Norfolk. De tentoonstellingsmakers dwingen je moeite te doen om het verschil te benoemen in de aanpak van Norfolk en bijvoorbeeld Sally Mann, waar ook werk van getoond wordt. Daarbovenop wil Norfolk ook nog eens zijn eigen verhaal en het verhaal van Burke vertellen. Daarmee wil het fotomuseum teveel doelen tegelijk najagen. Tel daarbij op dat de foto’s te donker zijn (of te weinig licht krijgen) en dan is mijn conclusie dat Norfolk tijdens deze expositie niet helemaal recht wordt gedaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *