In Rineke’s wereld is niet mooi heb ik geprobeerd mijn verhouding tot de foto’s van Rineke Dijkstra uit te diepen. Dat bracht mij tot het inzicht dat ik er toch waardering voor kan hebben, maar dat er vooral in de uitvoering dingen gebeuren die mijn irritatie opwekken. Ik had het voornemen om dit nog een keer in recensievorm beter op te schrijven. Maar dan merk ik dat de tekst gauw heel erg lang wordt. Daarom heb ik mijn proces in een schema gezet dat voorzien is van voetnoeten. Dit is mijn ‘New Mothers’-appreciatieschema, dat begint bij irritatie en via verwondering en waardering ook weer bij irritatie eindigt. Maar onderweg heb ik wel waardering gekregen voor dit werk die ik eerst niet had :
Voetnoten
[1] Mijn vooroordelen: de foto’s van Rineke Dijkstra lijken gemakkelijk gemaakt. Ze gebruikt een grootformaatcamera die kan dwingen tot exact werken, maar de opnamen lijken wat willekeurig, ze blijft heel lang met hetzelfde thema bezig, veel foto’s lijken op elkaar, de uitvoering schiet soms zichtbaar tekort.
[2] In de eerste foto zie je een jonge vrouw die een baby tegen zich aanklemt; zij is gefotografeerd een uur na de bevalling. Ze kijkt niet onvriendelijk met misschien een begin van een glimlachje. Ze heeft een doorzichtig gazen ziekenhuisbroekje aan waardoor een verband te zien is. Verder staat ze een beetje ongemakkelijk voor een witte muur die een neutrale omgeving creëert. De vloer en de deurstijl links lijken niet het gevolg van een bewuste keuze (wel in uitkadering, niet in lokatiekeuze). De schouders heeft ze opgetrokken. Ze staat er maar een beetje, er is geen contact met de fotograaf en ook niet met de kijker.
De vrouw op de tweede foto heeft haar schouders op een andere manier opgetrokken, alsof ze zich een beetje klein wil maken. Ze komt bedeesd over; het kind ligt aan haar (onzichtbare) borst. Haar buik ziet er nog heel zwanger uit, één dag na de bevalling. De hoogte van de plint is gelijk aan die op de eerste foto, maar de verhouding tussen de twee vrouwen lijkt niet te kloppen. De afstand van de fotograaf tot de modellen lijkt verschillend te zijn.
Op de derde foto staat een vrouw die een keizersnede heeft gehad, te zien aan het litteken op haar onderbuik. Het is de enige foto waar een naakte borst te zien is. De vrouw kijkt neutraal.
In alledrie de foto’s staat de camera op buikhoogte te staan. De uitlichting van de scènes verschilt in lichtverdeling en lichtkleur.
[3] Jonge ouders worden geacht te leven op/in een roze wolk. Deze ‘objectieve’ foto’s tonen ons, dat er geen roze wolk is. Wat je feitelijk ziet sluit helemaal niet aan op de (veronderstelde, geromantiseerde) gevoelens rond het krijgen van kinderen. Het ziet er eigenlijk best wel een beetje lelijk uit. Daar staan dan drie vrouwen, een beetje ontheemd, met hun pasgeborene. Niet tuttelend, niet zichtbaar gelukkig, niet opgelucht; gewoon een beetje van: ik ga hier wel staan maar ik weet het ook niet zo goed.
[4] De objectiverende benadering bewijst dat wat je feitelijk ziet totaal niet aansluit bij de gevoelens die je verondersteld wordt te hebben. Het duurt wel even voordat je dat doorhebt, maar dan gaat dit gevoel ook niet meer weg. Het besef dat beeld en werkelijkheid zo uit elkaar kunnen lopen is onthullend en confronterend. Je gaat je afvragen hoe dat in andere situaties is.
[5] De foto’s zijn best lelijk gemaakt. De modellen zijn vlak voor een neutrale witte wand geplaatst maar de vloeren zijn lelijk, de fotograaf houdt niet dezelfde afstand tot de modellen waardoor de verhoudingen verschillen en in beeld bevinden zich vreemde elementen als een stopcontact en een klein stukje vensterbank. Er wordt veel moeite gedaan, maar de laatste stappen die ervoor zorgen dat het helemaal klopt worden niet gezet. Dat geeft irritatie.