In het donker ligt een hele wereld verscholen…..

De meest opvallende gemeenschappelijke factor in alle foto’s die Awoiska van der Molen de afgelopen tien jaar maakte is een donkerte die niet duister of bedreigend is. Het is niet gemakkelijk om te beschrijven wat haar foto’s met je doen. Sta je oog in oog met de museale grootformaat prints die zij in exposities gebruikt dan lijkt het op mediteren. Als je er de tijd voor neemt dan omgeven de beelden je en kun je een diepere laag voelen, je ervaart een rust waarin je merkt: het is goed en heel. De beelden hebben iets universeels, plaats en tijd lijken niet meer van belang. Het werk heeft een volwassenheid die jarenlang zoeken verraadt.

Ik interviewde haar eind maart 2014 voor het maandblad FOTOgrafie en legde haar dit voor. Awoiska: “Het klinkt heel mooi dat je dat zo ervaart. Ja dat klopt wel. Het landschap is niet iets wat losstaat van mij en wat ik van afstand mag aanschouwen maar het is een soort…. versmelting. Eenwording met daar waar ik ben. En dat kan ook pas echt als ik daar een tijdje in verzonken ben”.

awo2
De series die ze de afgelopen tien jaar exposeerde tonen een geleidelijke terugtrekking uit de bewoonde wereld: van interieurs (Latent Heat Series, 2006), via de randen van de stad (Far From The Madding Crowd, 2006-2008) naar verlatenheid in het landschap (Terra de Dio, 2009). In het werk van de laatste jaren is de plek helemaal niet meer van belang. Awoiska noemt dan ook liever geen locaties: Zuid-Europa is de meest accurate omschrijving die zij geeft voor de plaatsen waar zij fotografeert.

Haar foto’s zijn steeds het resultaat van langdurige processen waarin terugtrekking en een langer verblijf in de natuur een belangrijk gegeven is. In ieder interview met haar komt de traagheid van het proces naar voren als belangrijke factor.
“De tijd dat ik alleen ben in een landschap is meestal niet langer dan twee weken, maar het duurt soms wel een paar dagen voordat de eerste foto ontstaat. Ik moet eerst je mijn dagelijkse beslommeringen loslaten. Het proces begint als ik de auto heb gepakt en wegrijdt. Het reizen, het onderweg zijn, de traagheid van het in de juiste toestand raken, het meditatieve daarvan, dat is al het begin van een foto. Op dag één moet ik nog loskomen van het leven waar ik uitstap. Een paar dagen later is mijn hoofd een stuk leger”.
“Ik loop en loop en pak soms maar twee keer per dag de camera uit mijn tas. Een foto ontstaat niet enkel in een kort moment met één druk op de knop. Ook het verzinken in het onderwerp is onderdeel van het maakproces. Alles is met elkaar vervlochten op zo’n dag”.
“En dan is er nog het ontwikkelen en afdrukken, het verlengde van het fotograferen. Als het is afgedrukt, klein of groot, dan is het proces pas afgerond. Ik weet niet of die traagheid in de foto’s te lezen is, maar je voelt hopelijk wel de concentratie”.

Tijdens haar expedities is ze vaak langere tijd alleen in de natuur, fotografeert ze aan het einde van de dag wanneer het zonlicht minder hard is, slaapt in haar auto, trekt zich terug van de bewoonde wereld: “Het op mezelf zijn is niet vreemd voor mij. Met mijn ouders heb ik veel wild gekampeerd. Je went er ook aan jezelf te vermaken in de natuur. Het was voor mij ook altijd heel gemoedelijk en fijn en dat is het nog steeds als ik in mijn eentje de natuur in trek”.

Awoiska beseft dat ze haar huidige werk vijf jaar geleden nog niet had kunnen maken. “De eerste drie reizen was het landschap steeds de baas over mij, het was te overweldigend. De eerste foto’s moet je toch gewoon maken ook al denk je ter plekke: dit is afgezaagd. Of: hier had ook een andere fotograaf kunnen staan. Alleen om ze later naast elkaar te kunnen leggen en te begrijpen waarom iets voor jou niet werkt. Tijdens de eerste reizen maakte ik nog wijdse overzichten van het landschap dat voor me lag. Gaandeweg ontdekte ik hoe deel uit kan maken van zoiets groots als het landschap”.

“Het gemaakte werk stuurt me vaak een richting op”

“Ik heb de afgelopen tien jaar wel steeds hetzelfde willen vinden. Ik heb de stadsbeelden nodig gehad om in de landschappen te geraken”. Ze laat de laatste foto zien uit de serie Far From The Madding Crowd: een oud huis met een blinde muur hellend op een stuk donkere aarde: deze foto was een keerpunt. “Bij deze foto zag ik: hier moet ik heen, naar die grond. Het gemaakte werk stuurt me vaak een richting op. Ik werk niet in ideeën of projecten. Als ik met studenten praat dan zeg ik: je moet ontdekken wat je fascineert en wat je raakt; daar zou een richting moeten ontstaan. Dat is niet altijd makkelijk”.

“Ik was lang zoekende wat ik wilde bevatten in het landschap. Hoe ik herken of een situatie voor mij werkt? Het is een moeilijk te beschrijven moment, alsof je omarmd wordt en op een veilige plek aankomt en dat heeft niets met troost te maken. Het is het aanbelanden op een plek waar alles gemoedelijk en stil is, niets hoeft en niets moet. Het is wel een soort paradijselijkheid eigenlijk. En dat zocht ik ook al in mijn stadsbeelden en die gebouwen: ik zag een soort van gegronde stevige wezens die niets van mij moeten…. Toch was de architectuur nog te veel gerelateerd aan de mens, zodoende verlegde het onderwerp zich later naar de pure natuur, maar ik zocht al in die stadsbeelden hetzelfde als wat ik nu ervaar in het landschap. Dus het is echt één lang proces”.

“In het donker ligt een hele wereld verscholen waar ik ook niet goed bij kan, die mysterieus blijft maar niet onprettig is”

“Ik fotografeer nu niet meer alleen ‘s nachts, het gaat me er niet om in de nacht te zijn. De beelden zijn wel donker maar die donkerte vind ik ook in het daglicht. Ik ben daar achter gekomen toen ik met de landschappen bezig was. Ook de dag herbergt mysterie voor mij. Ik weet nu dat ik dit kan benadrukken door hoe ik het belicht of afdruk. Ik besluit zelf hoe ik die donkerte laat zien. In donkerte ligt een hele wereld verscholen waar ik ook niet goed bij kan, die mysterieus blijft en niet onprettig is”.

awo1

 
“Wat ik over vijf jaar maak? Ik denk dat het steeds abstracter wordt. Ik weet niet of ik dan klaar ben met het landschap, het is echt het werk dat mij stuurt. Bij het maken van werk ontdek ik steeds weer nieuwe inzichten. Ik ben eigenlijk heel benieuwd waar ik uitkom, maar ik ben niet bang dat het ineens op is”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *