Als onderdeel van de Summer School 2014 van Fotokring De Liemers heb ik onderzoek gedaan naar de composities die Stephen Shore bij voorkeur toepast. Dit naar aanleiding van een interview met Shore waarin hij vertelt dat zijn composities steeds meer gingen lijken op die van de schilder Claude Lorraine.
Shore beschrijft deze compositie als een grote vorm aan de rechterzijde, een invulling links en één verdwijnpunt dat diepte en richting geeft. Ik heb Uncommon Places hierop geanalyseerd en mijn conclusie is dat de uitspraak van Shore dat hij vaak kiest voor het schildersperspectief niet klopt. Ik heb in zijn boek vier compositievormen gevonden die vaak worden toegepast:- Het schildersperspectief van Lorraine
- Frontale compositie
- Gelaagd beeld
- Gelaagd beeld met duidelijke voorgrondvulling
Bij de opbouw van zijn formele beelden maakt Shore nadrukkelijk gebruik van straatmeubilair, telefoonpalen, telefoondraden. En waar hij kiest voor een gelaagde opbouw zoekt hij een bepaalde textuur om de voorgrond interessant te houden. Dat kunnen barsten in het asfalt zijn, maar ook een serie putdeksels.
![]() Schildersperspectief |
![]() Frontale compositie |
![]() Gelaagdheid |
![]() Gelaagdheid met voorgrondvulling |
Om Shore’s uitspraak te toetsen heb ik de beelden uit Uncommon Places ingedeeld naar compositie, en dit zijn mijn bevindingen:
Jaar | Lagen | Lagen met invoerend object |
Frontaal | Schilders- perspectief |
Onbestemd | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1973 | 3 | 3 | 3 | |||||||
1974 | 10 | 17 | 6 | 10 | 11 | |||||
1975 | 5 | 4 | 3 | |||||||
1976 | 8 | 3 | 2 | 1 | 4 | |||||
1977 | 1 | 1 | ||||||||
1978 | 6 | 2 | ||||||||
Totaal | 33 | 23 | 12 | 18 | 17 | |||||
Ik heb geprobeerd met de voorkeurscomposities in het achterhoofd Shore-achtige foto’s te maken. Daarbij heb ik vooral gelet op de diepte die het schildersperspectief biedt. Je kunt de kijker door een foto heen leiden door een duidelijk perpectief met één verdwijnpunt te kiezen. Daarbij kun je aanwezige objecten zoals lantaarnpalen en wegmarkeringen gebruiken om de diepte te accentueren. In Arnhem heb ik de volgende foto’s gemaakt (klik op de afbeelding om deze te vergroten):

Een duidelijk verdwijnpunt en de ondersteuning naar dat punt door de pylonen geeft de foto veel diepte.

De lantaarnpalen en Amsterdammertjes geven ritme in het beeld. De weg loopt helemaal door tot achter in het beeld, De personen vallen pas in tweede instantie op maar geven de kijker extra informatie waardoor je langer naar deze foto kijkt.

Eén verdwijnpunt geeft een duidelijke structuur. De klein afgebeelde personen geven levendigheid en laten je langer naar het beeld kijken. De steeds kleiner wordende auto’s leiden je ook tot achter in het beeld.