Aanstekelijke Wurm toch een beetje mager

GEM (Gemeentemuseum Den Haag) biedt tot half september onderdak aan de overzichtsexpositie van Erwin Wurm. De Oostenrijker presenteert zich als beeldhouwer, die voor een deel van zijn werk afhankelijk is van fotografie. Hij maakt zowel ruimtelijke objecten die in een expositie getoond kunnen worden, als zogenaamde ‘One Minute Sculptures’: vluchtige creaties die zonder fotografie niet vastgehouden kunnen worden.

Het zijn deze ‘One Minute Scultpures’ die Wurm in het fotografiedomein trekken. Wat we zien zijn onverwachte, vaak komisch werkende, situaties. Wurm laat het absurde zien. De presentatie is daarbij haast pretentieloos. Hij kiest dan wèl voor afdrukken op grote formaten maar heeft niet veel aandacht voor een perfecte fotografische uitvoering. De technische uitvoering laat wat te wensen over, soms in kleurweergave, soms in scherpte, soms in uitlichten van een witte achtergrond. Het is heel nadrukkelijk het idee dat telt. En aan ideeën geen gebrek.

De tentoonstelling in GEM werkt aanstekelijk, juist door de technische onvolkomenheden is zijn werk toegankelijk. Neem het niet te serieus, lijkt de boodschap. Wurm staat garant voor een leuk uitje, waarbij je in GEM ook nog eens een aantal van zijn ‘One Minute Sculptures’ zelf in praktijk mag brengen.

In alle publicaties wordt de tentoonstelling beschreven als ‘het eerste uitgebreide overzicht in Nederland van één van de meest belangrijke hedendaagse beeldhouwers’ maar daarin stelt GEM toch teleur. Wie Googlet op Erwin Wurm en een aantal afbeeldingen van zijn werk bekijkt ziet niet alleen een flink aantal foto’s die in Den Haag te zien zijn. Je ziet ook welk werk niet te zien is en dat is veel. Graag had ik bijvoorbeeld de geknikte vrachtwagen of de meer dan levensgrote smeltende huizen gezien. Nu was er alleen een klein model en dat was jammer. Meer ‘One Minute Sculptures’ aan de wanden had ook best gemogen. Het verzadigingspunt wordt in GEM nog lang niet bereikt. Een veelheid aan OMS zou de ideeënrijkheid en spontaniteit nog meer benadrukken.

Erg grappig is het verwerken van tricotage in zijn werk. De who-is-afraid-of-red-yello-and-blue-achtige wandbekleding met ingebreide mouw en hals zijn fantastisch. De met pullovers en vesten aangeklede dozen zijn ook nooit vertoond. Maar de naam van de expositie ‘The beauty business’ is mij dan weer een raadsel.

Meer informatie: gem

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *