“Not Abstract” heet de tentoonstelling met twaalf reusachtige en enkele kleinere fotowerken. Naast deze werken hangen ook nog eens zes enorme oudere foto’s van Gursky verspreid over de zalen met de vaste collectie van K20. Daarvan kan ik niet direct zeggen dat ze “een dialoog aangaan” (lelijke kreet in de hedendaagse kunstwereld) met de schilderijen van Beckman, Ligier, Picasso en Kandinsky maar ze misstaan zeker niet. Een interessante combinatie wel, en ook inhoudelijk mogen deze foto’s er zijn.
Een aantal werken in “Not Abstract” is nu voor het eerst te zien. Dat geldt voor de recht van boven gefotografeerde tulpenvelden die een strak lijnenpatroon laten zien. Heel streng, zonder enige vertekening door perspectief of lensafwijkingen. De lijnen zo recht krijgen lukt bijna niet zonder beeldmanipulatie. Het is alsof je naar het diagram kijkt dat je voorgeschoteld krijgt als je je harde schijf defragmenteert: balkjes van verschillende lengte met contrasterende kleuren die lijken te staan voor een codetaal.
Maar ook zien we een quasi abstractie van grote velden zonnepanelen in een berglandschap. Inderdaad: niet abstract maar concreet, maar wel de beeldtaal van abstractie hanterend: gebruik maken van licht, kleur, textuur, ritme, contrast. En het concrete wordt ook hier weer in twijfel gertrokken omdat je het vermoeden krijgt dat Gursky de beelden toch ook zelf heeft samengesteld of tenminste heeft aangevuld. Hij doet dat wel zo geraffineerd dat het perspectief, de lichtval en de schaduw altijd klopt. Dat geldt zeker ook voor de complexe supermarktbeelden waar hij (na het succes van 99cent van jaren geleden) nieuwe versies van heeft gemaakt. Je kijkt naar een werkelijkheid die eigenlijk zo niet kan bestaan, maar je betrapt de kunstenaar niet op zijn trucage.
Er was een tijd dat ik het (vroege) werk van Gurksy vooral heel saai vond en het voor een record bedrag verkochte Rhein II heb ik nooit begrepen. Maar nu ik de foto niet op een plaatje op internet maar op superformaat in het echt zie snap ik het wel. Gursky laat je naar de Rijn kijken zoals je die nooit kunt zien als je langs de rivier zelf staat. Een strak ritme door de groene dijk en de groene oever en de grijze asfaltweg, met daartussen een prachtige golfjesstructuur van het water dat bevroren lijkt en overal haarscherp is. Vreemd ook, als je langer kijkt, dat die brede rivier hier zo smal lijkt. Ineengedrukt door een sterk teleobjectief? In werkelijkheid dus toch een heel intrigerend werk.Foto’s uit de Bangkok-serie heb ik eerder gezien en ik was erg onder de indruk van het donkere spiegelende water met daarin oplichtende delen en zwerfaval dat je vooral in tweede instantie gaat zien. Ook die ene foto uit deze serie die nu in K20 (de naam van het museum staat voor Kunst uit de 20e eeuw) wordt getoond was weer erg indrukwekkend.
Briljant was het beeld van de achterhoofden van (ex-)kanseliers Angela Merkel, Gerhard Schröder, Helmut Kohl en Helmut Schmidt met op de achtergrond een Barnett-Newman-achtig schilderij. Bij de oude Schmidt kringelt sigarettenrook omhoog, de kleuren in de foto (inclusief de kleding van de geportretteerden) zijn beperkt tot de kleuren van de Duitse vlag. Noodzakelijk bij deze foto is wel dat je de regeringsleiders van de afgelopen dertig jaar voldoende kent om ze aan hun achterhoofden te herkennen.Ook de foto van de Atlantische oceaan met stukken land aan de randen en een groot levendig donkerblauw-zwart vlak in het midden – onderbroken door wat eilandengroepen – kwam geweldig over. Ook hier weer een enorm formaat, de foto vulde de niet kinderachtige museumzaal van vloer tot plafond. Door de gigantische scherpte kun je er zowel van afstand als van dichtbij van genieten. Een verwarrend beeld: er zit geen perspectivische vertekening in en je zou deze foto alleen zo kunnen maken met een reusachtige telelens op heel grote afstand van de aarde. Dit verraad dat de foto geen rechtstreekse opname is, maar samengesteld moet zijn uit meerdere beelden.
Overdonderd door de fabelachtige technische kwaliteit, de enorme scherpte en de perfecte immense drukken vergeet je bijna dat Gursky meester is in manipulatie (nabewerking) van beeld. Hij maakt zijn beelden rijker door er zwaar aan te sleutelen en er onderdelen aan toe te voegen, maar je ziet niet waar hij dat gedaan heeft. Daardoor lijken ze realistisch, maar het is eerder een schilderkundig dan een fotografisch realisme. Eerder opgebouwd zoals een schilder het doet vanaf een leeg doek dan te werken vanuit een bevroren situatie zoals een fotograaf het zou doen. Niet verbazingwekkend eigenlijk als je weet dat Gursky zijn loopbaan is begonnen met een opleiding tot kunstschilder, voordat hij overstapte naar fotografie. Hij verrijkt nu de fotografie met zijn schildersaanpak.
(De besproken foto’s zijn in hoge kwaliteit te bekijken op de website van de fotograaf).